Ik weet niet wat ik aan het doen ben. Ik doe gewoon maar wat, dat wat goed voelt of waarvan ik op dat moment denk dat het het juiste is op dat moment. Voor de rest is het gewoon maar trial and error. Soms heb ik wel een idee wat de uitkomst is of dat het iets voor me is of niet. Maar ik heb ook vaak gedacht ‘nee dat is niks voor mij’ en dan ben ik eind van de rit positief verrast, is mijn kennis groter en mijn leven beter en dan denk ik ugh…. Ik wist niks.
En het is ook niet zo dat hoe meer ik doe, ervaar, lees, leer en hoor ik beter weet wat goed voor me is. Nee. En dat moet ik ook niet gaan denken dat ik het zo goed weet want ik heb mij in het verleden écht echt vergist in dingen.
Ik was overtuigd dat ik het beste deed voor mijn dochter, vol vertrouwen voedde ik haar op volgens mijn weloverwogen bedachtzame en progressief idee dat ik haar als een autonoom wezen wilde opvoeden. Ze mocht haar eigen beslissingen nemen en al vanaf jonge leeftijd leerde ik haar te vertrouwen op haar eigen gevoel. Ik legde haar altijd uit waarom ik ergens voor koos of waarom we iets moesten doen wat misschien niet leuk was. Ik werd niet boos op haar als ze iets had gedaan wat niet mocht en ik stimuleerde creativiteit, nieuwsgierigheid en kennis vergaren.
Mooi he.
Nou nee, mijn dochter heeft trauma door mij opgelopen. Want doordat ik me zó erg op het ene had gefocust was ik het andere uit het oog verloren. Omdat ik er zó prat op ging dat ik zoveel van mijn dochter hield dacht ik dat het goed was wat ik deed. Omdat ik de leegtes in MIJ wilde opvullen wat ik niet had gekregen in mijn jeugd, wilde ik die dingen aan haar geven en ging totaal voorbij aan haar als persoon en wat zij nodig had. Zij is namelijk heel anders dan ik. En haar pijn zat diep.
Fuk.
Fukerdukfuk.
Gelukkig ben ik niet dood, heb ik mijn verstand en ben ik gezond. Ik kan het dus beter doen dan ik deed. En dat is wat ik nu ook doe. Afgelopen jaar is op zoveel manieren mijn ogen open gegaan. Mijn eigen copingsmechanismen zijn naar boven gekomen. Mijn verdedigingsmechanisme is tot gort ge-emdr’d en dat zwaar verkalkte schild is verbrokkeld en afgebroken. Ik zie nu (meer) wie ik echt ben en de delen die ik moet helen.
En ik zie dat ik altijd maar wat deed en dat is nu niet veel veranderd maar misschien nu op een iets meer gezondere manier. Ik ben ieder geval niet zo overdreven overtuigd van mezelf zodat ik ook kan leren als iemand, zoals mijn dochter, tegen mij zegt dat ik eens moet luisteren of iets op een andere manier moet doen.